COP Indonesië

| Weeshuisproject 2009

Net als iedere zomer vertrekken in de zomer van 2009 twee begeleiders naar Indonesië om het COP project te begeleiden. Dit jaar zijn dat Bob Blinkhof en Hyun Visser. Aan het COP project doen dat jaar dertig studenten mee. In tien dessa’s zijn zij hard aan het werk om het dorp als een betere plek achter te laten. Een jaar als alle anderen, zou je zeggen.

Alleen is deze zomer iets anders dan alle andere zomers…

De twee begeleiders gaan namelijk met een missie naar Indonesië. Dat klinkt logisch, maar wie denkt dat ze louter worden beziggehouden met het begeleiden van de studenten en daardoor geen tijd meer hebben om ook nog wat voor de lokale bevolking te betekenen, heeft het volslagen bij het verkeerde eind.
De missie waarmee ze de reis beginnen, is ongelooflijk belangrijk voor de twee kameraden: het helpen van een weeshuis met zestien gehandicapten en gehandicapte kinderen in Kalibago. Een weeshuis dat zich in dezelfde omgeving als de dorpen bevindt.
Hyun Visser bezocht het weeshuis eerder in 2007 en als Bob Blinkhof in 2008 het weeshuis bezoekt is hij diep onder de indruk – in zowel de positieve als de negatieve zin van het woord – van wat hij daar aantreft. Bij Hyun Visser is dat precies hetzelfde.

Het is schokkend om te zien dat er mensen, die zelf niet in de lichamelijke of geestelijke toestand verkeren iemand opzettelijk kwaad te kunnen doen, in zulke erbarmelijke omstandigheden leven.

Slechte sanitaire voorzieningen, smerige muren, armoedige slaapkamers, verschrikkelijke matrassen… het is niet om aan te zien. Maar naast dit negatieve aspect van het weeshuis, is er iets dat de begeleiders op een heel positieve manier weet te raken: de liefde die je van de nonnen daar uit voelt gaan naar de gehandicapten en van hen weer naar de nonnen.

De genegenheid voor elkaar en de energie er het beste van te maken. Samen.

Dit bezoek mondt uit in een idee om het weeshuis te verbeteren. In Nederland leggen de jongens het plan voor bij de coördinator en ‘geestelijk vader’ van het COP, Marien van den Boom.

Hij stemt toe met het geven van de hulp, mits de Indonesische staf van de Petra Christian University – die verantwoordelijk is voor het COP project dat zich in de dorpen afspeelt – akkoord gaat met het idee.
Als uiteindelijk ook de Petra Universiteit zich in de plannen kan vinden, staat Bob en Hyun niets meer in de weg om het weeshuisproject van de grond te laten komen.

In Nederland is ongekend hard gezocht naar sponsoren voor dit project. Die werden gevonden.

Aangekomen in Indonesië loopt het eerste instantie niet allemaal zoals gepland. Voordat de Nederlandse begeleiding aftaait naar Nederland, willen ze dat het project helemaal afgemaakt wordt.

Er schijnt in 2008 al wat materiaal voor onder andere de badkamer te zijn aangeschaft, dat enkel nog zou moeten worden geïnstalleerd.

Bij een eerste bezoek aan het weeshuis blijkt van deze materialen niets meer aanwezig te zijn.

Bob en Hyun doen via een tolk en hun vaste hulp (‘rots in de branding’) Willy, navraag naar de materialen. Willy hoort bij de staf van de Petra Universiteit en is Bob en Hyun vanzelfsprekend heel erg dierbaar geworden, daar hij hen al die tijd heeft bijgestaan en dit tot op heden nog steeds doet.

Ze krijgen te horen dat de dorpsbewoners van Kalibago – het dorp waar het weeshuis staat – misbruik hebben gemaakt van de goedheid van de nonnen.

‘Zuster,’ vroeg een dorpeling op een dag aan de hoofdzuster van het weeshuis, ‘mag ik u wat vragen? Ik ben bezig om een badkamer te maken en goh… nu zie ik bij u die spulletjes staan, waar u niets mee doet. Zou ik misschien wat mogen lenen?’

En zo verdween beetje bij beetje alle het aangekochte materiaal. Het is duidelijk dat goed ontwikkelingswerk afleveren erg ingewikkeld is en dat er snel misbruik wordt gemaakt.

Bob en Hyun willen daarom dat in 2009 deze fout niet nog eens wordt gemaakt. Bij Willy en later de mensen die helpen bij de verbouwing, sturen zij hier duidelijk op aan. De nonnen en de bewoners van het weeshuis zijn gouden bergen beloofd en na één jaar wachten, wordt het tijd dat de gouden berg geleverd gaat worden.

Bij de eerste goede inspectie blijkt er een heleboel hulp wenselijk. Het is bijna onmogelijk om overal te beginnen en alles op te knappen, maar ze besluiten om toch zo goed als alles onder handen te nemen.
De Nederlandse groep van 2009 is actief op zoek gegaan naar sponsors en dat heeft zijn vruchten afgeworpen.

Bob en Hyun zijn daar uiteraard heel gelukkig mee, want zodoende kunnen alle plannen betaald, en dus ook gerealiseerd worden.

Uit de inventarisatie blijkt dat er dringende behoefte is aan nieuwe matrassen, want waar de gehandicapte kinderen op moeten slapen zijn niet meer dan dunne matjes. Ook is de badkamer aan een opknapbeurt toe, moet de bijkeuken grondig aangepakt en veiliger worden, blijkt een niet-werkende koelkast met kakkerlakken ook niet zo plezierig te zijn, en is er een isolatiekamer…

Die laatste bleek, samen met de matrassen, het meest schrijnende. In deze isolatiekamer worden gehandicapten opgesloten die even apart genomen moeten worden. Hetzij voor straf, hetzij omdat zij op dat moment, loslopend in huis, een bedreiging vormen voor de nonnen of de bewoners. Wat de begeleiding daar aantrof, valt haast niet te beschrijven. Het was een gevaarlijke kamer met betonnen muren, uit stekende spijkers en beschimmelde matrassen en muren.

Samen met Willy en andere behulpzame Indonesische medebegeleiders hebben Bob en Hyun een plan opgesteld na dit eerste bezoek.

Na twee weken denken ze eindelijk te kunnen beginnen, als de dood van een bewoner van het weeshuis roet in het eten gooit.
De overleden jongen heette Hindra en was hooguit twintig jaar oud.

Iedereen ervoer dit vanzelfsprekend als een harde klap. Je probeert iemand een betere toekomst te geven en uiteindelijk blijkt degenen die je wilt helpen, dit niet mee te krijgen. Uit respect voor Hindra mag er een week lang geen werk gedaan worden in het weeshuis, waardoor het project een week lang stil komt te liggen.

De vierde (en laatste) week komt er eindelijk schot in de zaak. Er zijn zes mensen aangenomen die overal in het weeshuis aan het werk zijn gegaan. Op andere dagen zijn er acht mensen aan het werk.

De bijkeuken wordt opgeknapt en beveiligd tegen struikelen, de twee badkamers worden dusdanig opgeknapt dat het ook voor rolstoelgebruikers gemakkelijker is om naar het toilet te gaan en de isolatiekamer wordt getransformeerd in een frisse, veilige plek.

Bob en Hyun hebben een paar doelstellingen gesteld met het beginnen aan dit weeshuisproject:

  • De drie nonnen (die 24/7 voor de gehandicapten aan het zorgen zijn) iets ontlasten;
  • De gehandicapten (mede om voorgaande reden) iets zelfstandiger maken;
  • De veiligheid in het weeshuis verbeteren.

De veiligheid is na afronding van het project – dat door Willy na vertrek van Bob en Hyun verder is gecoördineerd en afgerond – gigantisch toegenomen. De isolatiekamer kreeg een muur van kunstleer en schuimrubber, een zachte vloer en goede matrassen zodat gehandicapten bij het slaan tegen de muur zichzelf niet kunnen verwonden of bezeren. De badkamer is door het bevestigen van handrailingen rondom de badkamer, de hal en twee stangen naast het toilet veiliger geworden en de kans op uitglijden kleiner. Bovendien worden de gehandicapten op deze manier zelfstandiger.

Ook is het weer veilig om je in de bijkeuken te begeven. De bijkeuken is niet alleen schoon en fris geworden, ook de op- en afstapjes die voor sommige lichamelijk gehandicapten moeilijk te nemen zijn, zijn verdwenen en de gaten in de vloer zijn afgedicht.
De nonnen hebben we geprobeerd te ontlasten door een nieuwe wasmachine aan te schaffen die zowel wast als droogt en ook door middel van de handrailingen in de badkamers. Dit maakt de bewoners voor zover mogelijk iets meer zelfredzaam. Met de komst van twee nieuwe hoge toiletten zouden er twee rolstoelgebruikers tegelijk naar het toilet kunnen.

De nieuwe koelkast was geen overbodige luxe.

Voor alle gehandicapten hebben we matrassen aangeschaft die dik zijn en hebben een cover die waterproof is. In geval van bedplassen blijven de matrassen goed en bruikbaar en het verschonen is zo gebeurd. Uiteraard kochten we er een paar extra, voor het geval er nieuwe bewoners bij het weeshuis worden gebracht.

Tot slot: een jongetje in het weeshuis, Ardie, heeft ook een extra steuntje in de rug kunnen krijgen. In 2007 is het kereltje geopereerd aan zijn klompvoetjes. Hierna heeft hij nooit fysiotherapie gehad. Als Bob en Hyun na een aantal dagen werken eens goed naar Ardie kijken, naar hoe hij loopt en hoe hij door het weeshuis loopt te zwalken, zeggen ze vrijwel gelijktijdig tegen elkaar:

‘Wat loopt hij moeilijk, hè?’
De operatie alleen is natuurlijk niet toereikend geweest. Met een jaar fysiotherapie hopen de twee begeleiders van het COP dat Ardie de kracht in zijn beentjes krijgt die hij nodig heeft en dat hij leert hoe hij met zijn ‘nieuwe voeten en benen’ op een goede manier kan lopen.
Het mag dus duidelijk zijn dat het een hele taak is geweest dit allemaal te begeleiden, aan te sturen en te coördineren. Toch hebben Bob Blinkhof en Hyun Visser het met ongelooflijk veel plezier gedaan. Het is een ervaring waar zij beiden – tezamen met de Nederlandse groep van 2009 – voldaan op terugkijken.

Ze lieten niet alleen deze verbouwing en gekochte spullen achter, maar ook drie in- en ingelukkige nonnen. Iets waarvoor ze heel dankbaar zijn en iedereen bedanken die dit mogelijk heeft gemaakt. Extra dank aan Willy, die hen waanzinnig geholpen heeft en nog steeds contactpersoon is en hen op de hoogte houdt met bonnetjes en bewijsmateriaal van Ardie’s fysiotherapie.

Dat wij dit in 2009 allemaal hebben kunnen doen is geweldig, maar is zeker niet vanzelf gegaan. De studenten die in de dorpen zaten konden we het vertrouwen geven zo zelfstandig als mogelijk de projecten in de tien dorpen af te ronden. Met geweldig resultaat!

Maar bovenal: dit project is mogelijk gemaakt door mensen als u. Mensen die ons het vertrouwen hebben gegeven in onze capabiliteit. Geloofden in de droom. In het weeshuisproject. In een betere toekomst voor (gehandicapte) kinderen in Indonesië, want dit laatste blijft een hartverscheurend verhaal.
Nog steeds zijn gehandicapten geen volwaardig lid van de samenleving in Indonesië. Gelukkig zijn er projecten als dit weeshuis, die proberen zo goed en kwaad als het kan het beste te geven aan deze kinderen.
Wij denken dat dit best met een (goed georganiseerd en gepland) steuntje in de rug beloond mag worden. U ook? Klik dan hier, zodat wij nog meer kinderen, jongeren, jongvolwassenen en volwassenen in Indonesië een iets betere toekomst kunnen bieden!

COP Indonesië