| 2011
Christiaan Sluis
Hoi, mijn naam is Christiaan en ik nam deel aan het Community Outreach Program van 2011.
Laat ik maar eerst een idealistische vooronderstelling aan diggelen meppen: het COP is geen vakantie, het is hard werken. Zo, nu dat duidelijk is, vertel ik jullie graag hoe ik het heb ervaren en waarom je absoluut met COP Indonesië mee moet gaan.
Het avontuur begon voor mij begin juli in Surabaya, met een kennismaking van het team. In mijn geval zou ik samen met 4 andere Nederlanders, 5 Koreanen, 2 Hong Kong-ers, en 8 Indonesische studenten in een dorp verblijven. Met dit team deden we allerlei leuke teambuilding oefeningen en bespraken we mogelijke plannen voor het project. Twee dagen later werd de ervaring een stuk avontuurlijker, toen we eerst in bussen en vervolgens in jeeps naar ons eigen dorpje gingen. Zelf had ik mij het dorp iets primitiever voorgesteld, dus dat viel mee.
De meeste mensen verdienden hun geld met het kapot hameren van stenen om deze kleinere stenen op de markt te verkopen. Of ze werkten op het land.
Onze projecten, na enige onderhandeling met de dorpsoudsten, werden het aanleggen van een brug en het opknappen van een schooltje. Het werk aan de brug was iedere ochtend samen met wat dorpelingen: het uitgraven van de waterweg, het metselen van muurtjes aan de zijkanten, het sjouwen van stenen, en het egaliseren (aanstampen!) van de grond rond de brug. Na een pauze en lunch gingen we vervolgens aan de slag in de school, waar de kinderen al om 12 uur uit waren. Aan het schooltje moest flink wat gebeuren: in alle lokalen moesten de muren worden geplamuurd en opnieuw worden geverfd, de stoelen en tafeltjes werden minder gammel gemaakt. Ditzelfde gold voor de bibliotheek, waar ook nieuwe boekenkasten kwamen en een nieuwe deur. Dit was een ambitieus project, maar dankzij een strakke planning en goed teamwork hebben we het afgekregen. Halverwege de middag ging een wisselend team terug naar het dorp voor de non-physical activity: een activiteit voor de dorpelingen. Meestal was dat Engelse les of spelletjes voor de kids, maar ook een gezondheidsvoorlichting voor iedereen. Na werk aan het schooltje was het tijd om te eten en op te frissen. Heerlijk om buiten na zonsondergang in een hokje met een mandi (Indonesische douche) koud water uit de bak te scheppen en over je heen te gieten! De avond sloten we altijd af met een meeting in het huis van de chief om de dag te evaluëren en vooruit te blikken op de volgende dag. Dat werd dan weer gevolgd door gezelligheid in de vorm van gesprekken of spelletjes.
Natuurlijk was het niet altijd even leuk en gemakkelijk. De communicatie verliep moeilijk, aangezien de meesten vanuit hun cultuur bescheiden en conflictmijdend zijn. Ze zullen je dus niet snel tegenspreken in een vergadering. Op die manier mis je hun input wel en krijgen zij daarop het gevoel niet gehoord te worden. Daarnaast was er ook nog de taalbarrière, die grotendeels uit verlegenheid bestond en een enkele keer ook aan een gebrek aan kennis van de Engelse taal. Verder was mijn mogelijkheid tot communicatie met mijn gastouders dramatisch beperkt tot het zeggen of ik al (sudah) of nog niet (belum) had gegeten. Gelukkig kon mijn Indonesische huisgenootje Eric voor Koreaans huisgenootje Cliff en mij de belangrijke dingen vertalen. Om vijf uur ’s ochtends klonk de oproep van de moskee naast mijn slaapkamer. Om eerlijk te zijn wende het wonen naast de moskee best aardig; beter in ieder geval dan om ’s ochtends rond 6 á 7 uur aan het ontbijt te zitten.
Tijdens het project heb ikzelf vijf dagen en nachten in het ziekenhuis gelegen, geveld door een keelinfectie. Gelukkig verliep dit herstel prima, mede dankzij de goede begeleiding van Bob, Hyun en Eric. Naast deze minder leuke ervaring waren ook zeker wel hoogtepunten, zoals het instellen van een nieuwe traditie om na het werk aan de brug even bij/in de rivier te vertoeven, de wilde manier van verjaardagvieren (de jarige aan een boom binden en smerig maken met ei, meel, ketjap en wat al niet meer), een barbeque van ons voor het hele dorp, de weekendtrip van de Nederlanders naar Jogyakarta voor de Borobodur en de Prambanan, het gaan zwemmen met een deel van het team (ook al kon niet iedereen zwemmen) op één van de vrije zondagen, en nog vele andere dingen. Ik kijk terug op het geheel als een goede, positieve maar ook leerzame ervaring. Ik was ook heel goed voorbereid door de begeleiders in Nederland, dus dat hielp enorm. De voorbereiding betrof een aantal meetings met het hele Nederlandse team voor kennismaking, groepsbinding, en heel veel informatie van de begeleiders over de cultuur, problemen die zich in het verleden hebben voorgedaan, en praktische zaken over het aanvragen van het visum.
Ik ben al eerder eens voor vrijwilligerswerk naar de Filippijnen geweest, wat qua cultuur redelijk veel op Indonesië lijkt, dus de cultuurschok was zeer beperkt, en ook de eenvoud van het leven daar en de financiële armoede waren niet nieuw. Toch zal deze ervaring met het COP Indonesië me voor altijd bijblijven, omdat ik weer opnieuw ben herinnerd aan een aantal belangrijke dingen: we werken om te leven, niet andersom; eenvoud werkt bevrijdend en rustgevend (tja, ik kon moeilijk constant op Facebook zitten in het dorp); en relaties zijn enorm belangrijk! Bovenal heeft het project bij mij een liefde ontwikkeld voor Indonesië en de mensen daar, ook al houd ik zelf niet van pittig eten en zulke warme temperaturen! Het heeft me laten zien wat de kracht van teamwork is, en heeft me ook een flinke groep nieuwe vrienden en familie opgeleverd. Mijn tip: wacht niet langer, schrijf je in en ga dit schitterende COP-avontuur tegemoet!